vrijdag 19 april 2013

Het Marokkanenprobleem bestaat wel degelijk

Enkele weken geleden vond het beruchte debat plaats onder de titel "het Marokkanenprobleem" , uiteraard aangevraagd door de PVV, maar ditmaal niet geleid door Wilders maar door een kale portier met de schijnbaar menselijke naam 'Van Klaveren', het bruinhemdenras waaruit de PVV graag rekruteert . Deze Van Klaveren trok in zijn openingstermijn vier minuten lang onafgebroken en in snel tempo van leer tegen 'de Marokkanen', aan wie hij de meest verwerpelijke kwalificaties en eigenschappen toekende. En hij vergat uiteraard niet alle ellende terug te voeren op de islam. Want dat is de PVV in de eerste plaats: een anti-islampartij.

De gebruikelijke en inmiddels versleten politieke correctheid van de traditionele partijen werd tot vervelens toe uitgedrukt in termen als "onze partij heeft niks met de gekozen titel, maar we lopen ook niet weg voor het debat over echte problemen", of iets in die trant. Het leek alsof de verschillende woordvoerders samen hadden gebrainstormd over die inleidende zin. Na die plichtpleging konden ze hun zegje doen, waaruit dan bleek of ze naar de ene dan wel naar de andere kant van de disjunctie overhelden: wel of geen Marokkanenprobleem.

Ik ga hier de standpunten niet herhalen, dat heeft Mingelen al gedaan. Wat ik wil opmerken aangaande deze nieuwe PVV-framingtruc is dat hij eigenlijk heel eenvoudig te pareren is zonder al teveel intellectuele inspanning (dat zou de PVV teveel eer zijn) of emotionele ontlading (dat zou de oriëntalistische denkbeelden van de PVV alleen maar in de kaart spelen). Er is namelijk wel degelijk een Marokkanenprobleem: wij, de Marokkanen in Nederland, hebben een probleem. Dat probleem heet discriminatie. Eigenlijk had het debat aangevraagd moeten worden door de Marokkaan Marcouch, maar die heeft meer oog voor het homoprobleem, dus die staat iets dichter bij Wilders dan bij zijn eigen huid!

Het Marokkanenprobleem is dat Nederlanders ons niet mogen omdat we hen te vreemd zijn. Dat het slechts een kleine minderheid is die echt voorkomt in de probleemstatistieken doet er niet toe, de brave rest bezorgt de Nederlander dan geen angst maar simpelweg de kriebels. De Nederlander is namelijk naar zijn diepste aard een boer en boeren houden niet van vreemdelingen op hun land! Nu klink ik natuurlijk op mijn beurt weer racistisch als ik het woord 'aard' gebruik. Maar die aard is helemaal niet essentialistisch of metafysisch van aard! Er is geen essentie (of identiteit, zoals Maxima zei) van de Nederlander, maar er is wel zoiets als een bodem dus een aard(e) waarin hij geworteld is.

Zoals wel vaker met hardnekkige problemen, ligt het probleem vaak in de wortels. De Nederlander (en de 'Westerling' in het algemeen) heeft namelijk ook een probleem, het ontwortelingsprobleem. Dat laat zich zo uitleggen: de Nederlander lijdt om historisch-religieuze redenen als geen andere Westerling (vaak ongemerkt) onder het juk van de Verlichting. Die staat zoals bekend onder het teken van de rationele universaliteit, waaruit de welbekende politieke en juridische beginselen zijn voortgekomen. Het meest relevante beginsel voor onze Marokkanenprobleem is het juridische beginsel van de gelijkheid gekoppeld aan het politieke ideaal van de wereldgemeenschap, oftewel het kosmopolitisme.

De Nederlander is door continue hersenspoeling met universalistisch idioom langzaamaan losgerukt uit zijn geboortegrond en ontvankelijk gemaakt voor de onbekende Ander. Na eeuwenlang de absolute autoriteit over de achterlijke Ander te hebben uitgeoefend, moest hij hem noodgedwongen tot in zijn eigen huis verwelkomen: hij lachte als een boer met kiespijn!

Wie of wat was van dit alles de oorzaak? Een antwoord op die vraag is even belangrijk als complex. Maar het zou ons ook alleen maar afleiden van het Marokkanenprobleem en we willen ons juist van de belangrijke vragen laten afleiden door het Marokkanenprobleem!

Terug dus naar de dubbele achtergrond van de Marokkanenkwestie. Aan de ene kant ontwortelde Marokkanen, hangend tussen een islamitische cultuur en een atheïstische postmoderniteit en aan de andere kant ontwortelde Nederlanders, hangend tussen humanistische verlichtingsidealen en darwinistisch eigenbelang. Als dat geen onheilscocktail is...!

In de kern echter hebben wij allemaal, alle mensen, het zelfde 'probleem': hoe te leven? Je eigenbelang najagen of (waar nodig) anderen voorrang geven? Het verschil tussen Marokkanen en Nederlanders is dat Marokkanen dankzij de islam in ieder geval uitzicht hebben op een antwoord op die vraag (ook al leven ze er niet allemaal en altijd naar). Nederlanders (Westerlingen) hebben die hoop met de ineenstorting van het christendom laten varen. Dat maakt een mens jaloers en wraakzuchtig: "wij hebben niks en die vermaledijde Marokkanen houden krampachtig vast aan hun islam; weg met die islam!".

Ja, u leest het goed! De Nederlander (westerling) heeft een hekel aan de Marokkaan (Moslim), niet omdat hij vaker vertegenwoordigd is in de criminaliteitscijfers, maar omdat hij zich niet wil schikken naar het nihilisme van de Nederlander. Hij wil niet opgaan in het economisch-darwinistisch pragmatisme. Hij wil niet spelen volgens de regels van het recht van de sterkste. Daarom is hij tegendraads, recalcitrant, irritant, opstandig en anarchistisch: kortom, hij laat zich niet pacificeren.

Maar de Marokkaan is geen voorbeeldige moslim. Door zijn eigen wraakzucht jegens de Nederlander overschrijdt hij de grenzen van de islam. Hij keert zich tegen onzedelijkheid door zelf onzedelijk te handelen. Hij keert zich tegen economische achterstelling door te stelen. Hij keert zich tegen discriminatie door zelf te discrimineren. Hij keert zich tegen educatieve achterstelling door te spijbelen. Hij keert zich tegen achterstelling op de arbeidsmarkt door uitkering te trekken. De Marokkaan veroordeelt de Nederlandse immoraliteit door zelf immoreel te worden. En zo wordt de islam zowel door de Nederlander als door de Marokkaan bezoedeld.

En dan nu de oplossing van het Marokkanenprobleem. Geef de opgroeiende Marokkanen de ruimte om vanuit hun islamitische identiteit bij te dragen aan het welzijn van alle Nederlanders. Dat betekent dus ook dat, tegen tegen de stroming in, de islam de ruimte moet krijgen om zijn morele macht uit te oefenen op de Marokkaan. Dat betekent op zijn beurt ruimte voor islamitisch onderwijs, islamitische gezondheidszorg, islamitisch recht, islamitische media, enz.. Dat betekent niet dat er een islamitische staat in een Nederlandse staat moet worden opgetuigd. In dit verband zijn er voldoende historische voorbeelden uit de islamitische geschiedenis zelf. Door andersgelovigen de ruimte te bieden om hun geloof in zeer verregaande mate uit te oefenen hebben christenen en joden binnen de islamitische rijken en staten eeuwenlang een belangrijke bijdrage kunnen leveren op uiteenlopende gebieden, zoals wetenschap, kunst en politiek.

Willen de moslims dus terug naar de middeleeuwen? Ja, de islamitische middeleeuwen. De Nederlander lijkt met zijn intolerantie eerder terug te gaan naar de Europese middeleeuwen, of erger, naar het midden van de vorige eeuw.