dinsdag 14 april 2009
Homoridder Marcouch komt met 'homo-nota'
Wie zegt dat het leven vol verrassingen is, spreekt de waarheid als we ons wenden tot een schijnbare, symbolische revolutie in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Deze wijk krijgt door toedoen van een handvol brutale 'Marokkaantjes' in verhouding meer politieke en vooral media-aandacht dan een willekeurige volksopstand, hongersnood of oorlog elders in een uithoek van de wereld. Waarom?
Kern van het kennelijk grote nieuws dat ons uit Slotervaart bereikt is de botsing tussen islam en homofilie.
De baldadige Marokkaantjes misdragen zich en spugen, schelden en slaan zo nu en dan een homopaar in elkaar. Ontoelaatbaar natuurlijk, maar moeten we in deze misdragingen van puberende jongeren zonder gedegen opvoeding een botsing der beschavingen zien?
Stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch meent van wel. Hij spreekt expliciet van een 'beschavingsoffensief' dat op de achterlijke moslimouders moet worden losgelaten. Ahmed, de moslim en naamgenoot van de stichter der islam, lanceert een beschavingsoffensief op achterlijke moslims! Hoe troosteloos verdraaid en hopeloos verward is de situatie in dit door oppervlakkige sentimenten en opportunisme gedreven zeelandje. De situatie is echter ook ernstig.
Ahmed Marcouch' weerzinwekkende paternalisme en koloniaal aandoende houding jegens degenen die hem zijn zetel hebben bezorgd getuigt van een pijnlijke ontwikkeling die met Ayaan Hirshi Ali begon, via Ehsan Jami bekrachtigd werd en bij Ahmed Aboutaleb haar hoogtepunt bereikte: de bevoogding van achterlijke moslims door mondige (ex-)moslims ten dienste van de Meester-autochtoon. Zoals marionettenregimes in derdewereldlanden het Westen hebben gediend en nog dienen door de eigen bevolking te onderdrukken, zo dienen de nieuwe slavendrijvers hun meesters binnen de landsgrenzen. Hun beloning is daarbij niet gering: zij maken de snelste carrières.
In dit licht moet Ahmed Marcouch' waanzin worden bezien. Een moslim met als nevenfunctie het voorzitterschap van een moskeeënbond moet inderdaad wel van waanzin worden beticht als hij het waagt om met een homo-nota op de proppen te komen, en dat ook nog als stadsdeelvoorzitter met een zeer grote minderheid moslims. Maar Marcouch is niet waanzinnig geworden, integendeel: hij treedt in de voetsporen der succesvollen. Maar al te graag zou hij in navolging van zijn grote voorbeeld Aboutaleb, burgemeester worden van die andere Nederlandse parel, Cohens Amsterdam.
Terug naar de vermeende kern van de zaak. Marcouch meent als moslim te moeten opkomen voor homorechten, desnoods door confrontatie en provocatie. Men ziet: wij moslims zijn in staat te leren van onze vijanden, zoals Verdonk en Wilders. Het treurige is hierbij dat Marcouch zich wil opwerpen als de ridder der democratische rechten van de mens. Hij beroept zich op de gelijkheid van zijn burgers in het kleine Slotervaart. De gelijkheidsgedachte moet daarbij aan de moslims worden opgedrongen door hen te confronteren met hun intolerantie. Homo's zijn immers ook mensen en hebben 'net zo veel rechten als moslims', zoals het AD vandaag kopte.
Marcouch speelt handig in op de spanning die Wilders heeft versterkt tussen de islam en het "joods-christelijk-humanistische Nederland". Met zijn woorden schaart Marcouch zich bij de humanisten en ijvert voor gelijke rechten. Daarmee zet hij zich openlijk af tegen de islam en moslims en vervreemdt hij zich van zijn achterban ten gunste van het COC. Hij kan nog met zoveel woorden beweren dat hij moslim is, iemand die per se een homobar in een islamitisch gekleurde wijk wil vestigen heeft zich in een onmogelijke spagaat gewerkt. De Koran verbiedt en veroordeelt expliciet homoseksualiteit en wie hier tegenin gaat en zich moslim wil blijven noemen is ofwel onwetend ofwel hypocriet. In dit specifieke geval kan van onwetendheid geen sprake zijn (zelfs niet-moslims kennen het islamitische standpunt), Marcouch is een hypocriet die zich anders voordoet dan hij is. Ófwel hij komt uit de kast en verklaart openlijk zijn apostasie, ófwel hij komt tot inkeer en draagt het 'homo-dossier' over aan een geloofwaardiger collega. Zijn ongeloofwaardigheid blijkt ook uit zijn pathetische oproep aan de Christelijke partijen om hem te steunen in zijn kruis-tocht (de woorden krijgen hier een eigenaardige meerzinnigheid!). Een moslim die roomser is dan de paus is! Ik roep Balkenende en Rouvoet op om deze man vooral te blijven negeren.
Dit voor wat betreft de innerlijke spanning in de persoon Marcouch. Belangrijker is eigenlijk de verkeerde en daarmee gevaarlijke framing van de kwestie van de Marokkaanse raddraaiers. Moslims zijn de eersten die onrechtmatig geweld dienen af te afkeuren. In dit geval dus ook tegen homo's omdat de islam voorschrijft dat men zich moet houden aan de wetten van het land waarin men verblijft, ook als deze onislamitisch zijn. Pas wanneer deze wetten het voor de moslim onmogelijk maken om zijn godsdienst naar behoren te belijden is emigratie geboden; en dus niet geweld. Nederlanders vragen vaak waar die afkeurende moslims dan blijven. Ik antwoord altijd dat zij druk bezig zijn om van het minimumloon voor zeven kinderen eten op tafel te krijgen. Ik stel hen ook altijd gerust met de mededeling dat ze nog veel zullen horen van de komende generaties moslims, die steeds mondiger zullen worden.
Het voorgaande betekent dat het probleem van Slotervaart geen islamitisch probleem is, nog afgezien van de vraag of het wel zo'n groot probleem is, gemeten naar de dispropostionele aandacht. Door te spreken van een beschavingsoffensief en door het benadrukken van de democratische grondrechten, suggereert Marcouch dat de islam de oorzaak is van het 'potenrammen'. Een inherent verband is echter uitgesloten.
Het juiste kader waarin deze kwestie moet worden geplaatst is dat van de opvoeding. Aangezien deze jongeren en komende generaties de islam als godsdienst zullen blijven dragen, is het volkomen onjuist en zelfs contraproductief om hen een vreemde waarden- en normensysteem te willen opleggen. Rampzalig en triest is het wanneer een moslim dit wil doen door provocatie. De enige juiste weg is daarom een islamitisch opvoedingsoffensief. De jongeren moeten worden doorverwezen naar de moskeeën waarvan Marcouch het voorzitterschap draagt en niet naar de seksuele voorlichting waartegen de Marokkaanse jongeren een natuurlijke aversie hebben. Eerste generatie Marokkaanse ouders hebben een traditionele opvoeding gehad en zijn vaak analfabeet. Hierdoor -- en vanwege andere zaken -- staan zij machteloos tegenover de heimelijke daden van hun kinderen. Zij moeten niet lastig gevallen worden met 'homopraat': hun culturele denk- en belevingswereld is dusdanig anders dat zij dit niet kunnen verdragen noch verstaan. Marcouch is een Marokkaan die deze gevoeligheden maar al te goed kent, daarom treft hem des te meer blaam.
Een grotere context moet tot slot worden geschetst. Alle (ex-)moslimridders van het westerse humanisme in Nederland, die de afgelopen jaren hun zegje hebben mogen doen met goedkeuring van het establishment hebben één ding gemeen: zij zijn een instrument. De gevestigde orde in dit land ziet, net als Wilders, een groot gevaar in de demografische transformatie die de islam teweegbrengt. Zij ziet zich daarom gedwongen om een antwoord te formuleren dat de islam-expansie een halt toeroept en tegelijkertijd de schijn van humaniteit over zich heeft. Dit is waar Wilders' ongewenstheid ligt: zijn expliciete in-humaniteit jegens de islam en moslims, die de grondideeën van het democratische en universalistische Nederland teniet doet. De kunst is nu juist om het gewenste resultaat op subtiele wijze te bewerkstelligen. Men realiseert zich dat de inzet van inhumane middelen de geloofwaardigheid en legitimiteit van het democratische systeem aantast en daarmee uiteindelijk het voortbestaan in gevaar brengt. Men kiest daarom voor indirecte assimilatie door juridische, maatschappelijke en ideologische druk uit te oefenen. Men spreekt dan van 'integratiebeleid', maar bedoelt eigenlijk assimilatiedruk: de integratie is mislukt verklaard en dingen met 'beleid' doen, is niet meer de gepaste aanpak. Een uitstekende tactiek bij assimilatiedruk is de inzet van 'voorbeeld-moslims' die tot een succes kunnen worden gemaakt om de mislukte moslims te verleiden met de beloning van assimilatie.
Deze tactiek zal mislukken, omdat de 'voorbeelden' (ver-)vreemd zijn.
Labels:
Actualiteit - Binnenland
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten